Bij BiometrIQ brengen we verschillende biomarker-analyses samen binnen één platform, met één duidelijke doelstelling: diëtisten ondersteunen om hun cliënten nog gerichter, persoonlijker en effectiever te begeleiden.
BiometrIQ steunt op een multidisciplinair team van experten met achtergronden in biochemie en biotechnologie, voedings- en dieetkunde, bewegingsleer, data science en artificiële intelligentie, en cybersecurity. Net die unieke combinatie van kennisdomeinen zorgt ervoor dat we biomarkerdata correct kunnen interpreteren, vertalen naar praktische inzichten én veilig verwerken. Zo bouwen we stap voor stap aan een data-gedreven platform dat stevig verankerd is in wetenschappelijke onderbouwing.
Het gebruik van DNA sequentieanalyse en SNP/mutatie detectie om predisposities in kaart te brengen zijn relatief nieuw. Binnen het Human Genome Project (1990-2003) hebben een legio aan wetenschappelijke teams uit verschillende domeinen (genetica, microbiologie, informatica, geneeskunde, etc.) nauw samengewerkt om voor de eerste keer het volledige menselijke genoom in kaart te brengen (kostenplaatje 2.7 miljard dollar).
Dankzij verscheidene technologische ontwikkeling over de afgelopen 20 jaar is de kostprijs voor DNA sequencing en genotyping exponentieel afgenomen. Vooral de ontwikkeling van Next-Generation-Sequencing technieken, door o.a. bedrijven zoals illumina, hebben deze trend nog aangescherpt. De stalen van BiometrIQ worden genotyped binnen het Genetisch labo van het Erasmus Universitair ziekenhuis te Rotterdam.
De snelle ontwikkeling van deze technologieën opende een breed spectrum aan nieuwe onderzoeksmogelijkheden gaande van erfelijkheidsonderzoek, genealogie, pharmacogenetics, nutrigenetics, nutrigenomics, etc.
Zo lag de sequentieanalyse van Illumina recent ook nog aan de basis van de razendsnelle ontwikkeling van het COVID-19 vaccin. Dankzij deze technologie werd het genoom van het SARS-CoV-2 virus reeds in januari 2020 volledig in kaart gebracht wat onderzoekers wereldwijd toeliet om meteen te starten met de ontwikkeling van vaccins, virusremmers en diagnose testen.
In tegenstelling tot klassiek erfelijkheidsonderzoek, waar het risico op aandoening en ziektes wordt berekend op basis van associatiestudies en waar naast de genetische aanleg vooral het gedrag en verschillende omgevingsfactoren een doorslaggevende rol spelen, wordt binnen het analysemodel van BiometrIQ vooral gekeken naar functionele genvarianten.
Dit zijn varianten die een impact hebben op de manier waarop eiwitten worden aangemaakt (b.v. verminderde enzymactiviteit of veranderde transportcapaciteit) in het lichaam en die bijgevolg een directe link hebben op de verwerking van nutriënten en de algemene lichaamssamenstelling. Concreet gaat dit om inzichten over voeding, sport en levensstijl (niet exhaustief):
Efficiëntie van metabolismes b.v. koolhydraat, vet, cafeïne metabolisme, etc.
De opname, verwerking en transport van vitamines en mineralen b.v. vitamine B6, B9, B12, C, D, zink, ijzer, etc.
Ontwikkeling van mogelijke overgevoeligheden of intoleranties b.v. lactose gevoeligheid.
Lichaamssamenstelling b.v. spierstypes, spieraanmaak, blessuregevoeligheid, botmineraaldichtheid, etc.
Een praktisch voorbeeld van één van de studies die gebruikt werd ter ondersteuning van het analysemodel (Timpson J.T. et. al. 2010), wordt hieronder ter illustratie verder toegelicht. Voor een meer uitgebreide lijst van studies die gebruikt werd ter ondersteuning van het BiometrIQ analysemodel , klik hier.
L-ascorbinezuur wordt verkregen uit de voeding en wordt getransporteerd door het celmembraan via een actieve en inactieve transportmethode. Het actieve transport wordt gefaciliteerd door de Sodium L-ascorbic Acid Co-Transporteurs (SVCTs), die gecodeerd worden door SLC23A2 & SLC23A1 genen.
In deze studie werd gekeken naar meerdere genetische mutaties binnen het SLC23A1 gen, die verantwoordelijk is voor de aanmaak van de SVCT1 transporteur. Mutaties op verschillende locaties binnen dit gen (rs6596471, rs6596473, rs10063949, rs33972313), die een mogelijke impact kunnen hebben op het L-ascorbinezuur transport, werden geïdentificeerd en onderzocht.
Voor één van de onderzochte mutaties, op locatie rs33972313, werd een negatieve associatie gevonden tussen het hebben van risico allelen en de circulerende waarden L-ascorbinezuur. Op basis van een meta analyse over de verschillende studies (15,087 deelnemers) werd aangetoond dat iedere extra risico allel werd geassocieerd met een verminderde concentratie circulerend L-ascorbinezuur van -5.98 μmol/L (95% CI: -8.23, -3.73 μmol/L; P = 2.0 x10-7 per risico allel).
Timpson J.T. et. al. (2010) – Genetic variation at the SLC23A1 locus is associated with circulating concentrations of L- scorbic acid (vitamin C): evidence from 5 independent studies with >15,000 participants.
Gezien het uiterst gevoelig karakter van de persoonsgegevens die verwerkt worden binnen de biomarker-analyses van BiometrIQ, zijn privacy – en gegevensbescherming twee uiterst belangrijke pijlers.
Zowel op technisch niveau als op organisatorisch niveau werden de nodige voorzorgsmaatregelen genomen om de bescherming van de persoonsgegevens te waarborgen.
Het rapport, maar ook de ruwe DNA data en alle andere persoonsgegevens blijven ten alle tijde eigendom van de klant. In lijn met de Algemene Europese verordening voor de verwerking van persoonsgegevens (GDPR).
Persoonsgegevens op individueel niveau zullen nooit verkocht, geleased of verhuurd worden aan een derde partij voor onderzoek of commerciële doeleinden zonder de uitdrukkelijke toestemming van de klant.
DNA is slechts één puzzelstuk van een complexe puzzel. Het uiteindelijke fenotype die zich zal manifesteren wordt deels genetisch bepaald, maar ondervindt ook een sterke invloed van b.v. het leef- en eetpatroon, lichaamsbeweging, slaap, stress, microbioom, sociale context, etc.
Voor een correcte interpretatie van de genetische analyses, alsook een correcte kadering van deze inzichten binnen de ruimere context steunen wij op ons netwerk van professionele partners. Voor de selectie van partners wordt eerst en vooral rekening gehouden met vooropleiding (b.v. voedings- en dieetkunde, orthomoleculaire voedingsleer). Vervolgens worden vanuit BiometrIQ opleiding voorzien omtrent de onderliggende biochemie binnen de analyses alsook de interpretatie van de inzichten en de vertaalslag naar adviezen.
Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat het correct inzetten van genetische analyses ter ondersteuning van voedings- en bewegingsadvies een positieve impact kunnen hebben op de effectiviteit van de voorgeschreven behandeling.
Ter illustratie wordt de volgende studie van Arkadianos I. et al., (2007) Improved weight management using genetic information to personalize a calorie controlled diet, Nutr J., 6(29), 1 – 8 opgenomen, binnen deze studie werd de impact in kaart gebracht van een genetisch gepersonaliseerd voedingsplan op gewichtsverlies op de lange termijn.
Ter illustratie wordt ook de volgende studie van Jones N. et al. (2016) A genetic-based algorithm for personalised resistance trainingBiol. Sport. 2016 Jun, 33(2):117-26 opgenomen, binnen deze studie werd de impact in kaart gebracht van een genetisch gepersonaliseerd trainingsplan op de toename in kracht en algemene conditie.
In de toekomst moeten bovenstaande bevindingen verder uitgediept en onderzocht worden, om de effectiviteit van DNA analyses in de praktijk nog beter in kaart te brengen. Het blijft ook uitermate belangrijk om in te zetten op een doorgedreven samenwerking en kennisdeling tussen de academische wereld, DNA bedrijven en zorgverleners in de eerste lijn om zo de correcte interpretatie en kadering van de genetische inzichten te garanderen.
DNA als eerste puzzelstuk
In de toekomst zal het cruciaal zijn om verder te bouwen aan een gebruiksvriendelijk platform die de complexe samenwerking tussen genetica en epigenetica nog beter in kaart kan brengen. Het BiometrIQ research en ontwikkelingsteam volgt de nieuwe ontwikkelingen op het vlak van biomarker analyses op de voet, dit met het oog op een continue verbetering en verdere uitbreiding van het analyse model. Telkens met respect voor de wetenschappelijke onderbouwing.
Continue glucose monitoring (CGM) krijgt steeds meer aandacht, niet alleen bij mensen met diabetes, maar ook bij iedereen die zijn gezondheid actief wil verbeteren.
Binnen BiometrIQ gebruiken we CGM niet als medisch diagnose-instrument, maar als aanvullende biomarker om diëtisten te helpen patronen zichtbaar te maken en gerichte, haalbare interventies op maat uit te werken. De meerwaarde zit in de combinatie van data én professionele interpretatie: pas wanneer inzichten correct gekaderd worden, kunnen ze leiden tot duurzame gedragsverandering.
Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat het gebruik van glucose monitoring voor mensen zonder diabetes positieve effecten heeft op de gezondheid. Een studie uit 2022 toonde dit al aan, toen bleek dat het gebruik van realtime CGM leidde tot significante verbeteringen in gewicht, BMI, vetmassa en cholesterolwaarden bij jongvolwassenen met overgewicht en obesitas (Chekima et al., 2022).
Ook expert dr. Peter Attia wijst op het belang van CGM voor mensen zonder diabetes. Hij stelt dat het monitoren van glucose niet alleen analytisch waardevol is, maar ook als gedragstool fungeert: het geeft onmiddellijk feedback op keuzes rond voeding en levensstijl, wat sterk motiverend kan werken en positieve gedragsveranderingen bevordert. Dat merken we ook uit onze analyses, waar trajecten met de glucosemonitor leiden tot duurzame gedragsveranderingen.
Daarnaast ondersteunt recenter onderzoek uit 2023 de waarde van CGM voor gezonde individuen door te benadrukken hoe glucose monitoring helpt om postprandiale hyperglycemie (PPHG), oftewel pieken in bloedsuikerspiegel na maaltijden, beter te begrijpen en te beheren. Het onderzoek stelt vast dat zelfs bij gezonde mensen glucosepieken na maaltijden sterk variëren en beïnvloed worden door factoren zoals maaltijdtiming, voedselkeuzes en zelfs slaapkwaliteit. Ook bleek dat personen met een hoge glucosevariabiliteit, ofwel sterke schommelingen in bloedsuikerwaarden, meer risico lopen op gezondheidsproblemen zoals verminderde insulinegevoeligheid en cardiovasculaire aandoeningen (Jarvis et al., 2023).
Een systematische review uit 2025, gepubliceerd in Sensors (internationaal & peer-reviewed journal), uitgevoerd door Filip Wilczek en collega’s van verschillende Zwitserse medische instellingen, concludeert dat continue glucose monitoring mogelijk aanzienlijke voordelen biedt voor cardiovasculaire preventie bij gezonde personen zonder diabetes. De studie benadrukt dat CGM, door continue data te verschaffen over glucoseniveaus, vroege identificatie mogelijk maakt van metabole afwijkingen zoals glucosevariabiliteit en postprandiale hyperglycemie, beide onafhankelijke risicofactoren voor hart- en vaatziekten. Deze gedetailleerde inzichten ondersteunen gerichtere en effectievere lifestyle interventies, vooral op het vlak van voedingsgewoonten en fysieke activiteit (Wilczek et al., 2025).
Bij BiometrIQ zijn we op een missie om datagedreven voedingsadvies voor iedereen toegankelijk te maken. Ons platform laat gecertificeerde diëtisten toe om de data uit de glucose monitoring duidelijk interpreteren en om te zetten in haalbare, betekenisvolle adviezen. De focus van diëtisten ligt hierbij dan vaak op het ontwikkelen van gezonde gewoontes in plaats van restrictieve diëten of een fixatie op individuele meetwaarden.
In samenwerking met GRAY (Ghent University Research for Aging Young) worden gegevens geanalyseerd door een interdisciplinair team van voedings- en bewegingswetenschappers. Het onderzoek focust op de relatie tussen levensstijlfactoren en continue glucosemonitoring (CGM). Daarnaast wordt onderzocht in welke mate het verkrijgen van inzicht in de eigen glucosewaarden een invloed uitoefent op voedingsgedrag, onder begeleiding van een diëtist. Deze samenwerking biedt waardevolle kennis over de wisselwerking tussen leefstijl en metabole gezondheid.
efewfgewg
efewfgewg